Schakelaar aansluiten

Bij diverse werkzaamheden in een huis moet je elektriciteit aanleggen of bestaand schakelmateriaal vervangen. In dit artikel kun je meer te weten komen over het aansluiten van een schakelaar. Het is belangrijk om als je met elektriciteit gaat werken de algemene veiligheidsregels in acht te nemen. Het aansluiten van een schakelaar is eigenlijk heel eenvoudig.

Wat is een schakelaar?
Een schakelaar doet niks anders dan de geleiding van de stroom aan te sluiten of te verbreken. Zo wordt er verbinding gemaakt (aan) of juist verbroken (uit). Een schakelaar bestaat uit twee hoofdonderdelen, een basiselement wat in de muur geplaatst wordt en een kap waarin de bedieningsknop(pen) zich op bevindt.

Het aansluiten van je een schakelaar!
Er zijn verschilde schakelaars zo heb je enkelpolige en dubbelpolige schakelaars. Een dubbelpolige schakelaar wordt meestal gebruikt in vochtige ruimtes zoals b.v. de keuken of badkamer, of wanneer een installatie gegarandeerd spanningsvrij gemaakt moet kunnen worden. Een enkelvoudige schakelaar tref je vaak in de overige ruimtes van je huis en deze heeft meestal een bruine en zwarte draad. De bruine is de fasedraad en de zwarte is de schakeldraad (zie het artikel over kleuren bedrading).

Werk altijd veilig!

Lees eerst hoe in onze artikel over veilig werken!

Enkepolige schakelaar aansluiten

Een enkelpolige schakelaar wordt meestal gebruikt voor een lichtkring aansturen vanaf één schakelaar. Met deze instructies is het zelf aansluiten van een enkelpolige schakelaar makelijk en goed te doen.

Gebruik
De enkelpolige schakelaar wordt meestal in droge ruimtes gebruikt. Ze worden ook wel gebruikt in kleine ruimtes zoals het toilet.

Aansluitingen
Een enkelpolige schakelaar heeft twee aansluitingen. Zijn er meer dan deze twee aansluitingen aanwezig, dan is het waarschijnlijk geen enkelpolige schakelaar maar een tweepolige schakelaar.

  1. Schakel altijd als eerst de stroom uit!
  2. Verbind de blauwe draad (nuldraad) en de blauwe draad naar de lamp met elkaar door middel van draad-verbindingsklem.
  3. Sluit de toekomende bruine (fasedraad) of zwarte (schakeldraad) aan.
  4. De bruine (fasedraad) of bij voorkeur de zwarte (schakeldraad) naar de lamp toe, sluit je aan op de schroef die nog vrij is, 1.
  5. Verbind tenslotte ook de geel/groene draden (aardingsdraad) met elkaar door middel van draad-verbindingsklem.

De aardedraad (geel/groen) kan in oudergebouwen niet aanwezig zijn.

Dubbelpolige schakelaar aansluiten

Een Dubbelpolige schakelaar is de meest veilige schakelaar die wordt toegepast in de elektrotechniek.

Gebruik
Specifiek voor gebruik in vochtige ruimtes zoals b.v. de badkamer, kelder, garage, wasplaats of buitenshuis.

Aansluitingen
Een enkelpolige schakelaar heeft twee aansluitingen. Zijn er meer dan deze twee aansluitingen aanwezig, dan is het waarschijnlijk geen enkelpolige schakelaar maar een tweepolige schakelaar.

  1. Schakel altijd als eerst de stroom uit!
  2. Verbind de binnenkomende blauwe draad (nuldraad) op de L2 klem en de vertrekkende blauwe draad op de 2 klem van de schakelaar.
  3. Sluit de binnenkomende bruine (fasedraad) of zwarte (schakeldraad) aan op L1.
  4. De bruine (fasedraad) of bij voorkeur de zwarte (schakeldraad) naar de lamp toe, sluit je aan op de schroef die nog vrij is, 1.
  5. Verbind tenslotte ook de geel/groene draden (aardingsdraad) met elkaar door middel van draad verbindingsklem.

L = FASE (alle kleuren behalve blauw of groen/geel)
N= Nulgeleider (blauw)
AARDING (groen/geel)

Wissel schakelaar aansluiten

Een wisselschakelaar kan je gebruiken in een wisselschakeling. Dan werk je met twee wisselschakelaars die je met elkaar verbindt. Zo kan je het licht vanop twee plekken aan- of uitschakelen.

Gebruik
Specifiek voor gebruik in vochtige ruimtes zoals b.v. de badkamer, kelder, garage, wasplaats of buitenshuis.

Aansluitingen
Een enkelpolige schakelaar heeft twee aansluitingen. Zijn er meer dan deze twee aansluitingen aanwezig, dan is het waarschijnlijk geen enkelpolige schakelaar maar een tweepolige schakelaar.

  1. Schakel altijd als eerst de stroom uit!
  2. Begin aan de eerste schakelaar. Wanneer aanwezig verbind je de binnenkomende blauwe draden (nuldraad) en de naar de lamp gaande blauwe draden met elkaar (met rapidklemmen of lasklemmen).
  3. Sluit daarna de binnenkomende bruine (fasedraad) of zwarte (schakeldraad) draad aan op de aansluiting met markering L1.
  4. Sluit de twee zwarte draden die naar de tweede schakelaar gaan aan op de aansluitingen 1 en 1’ . Welke je waar aansluit maakt niet uit. Onthoud dit echter wel!
  5. De eventuele binnenkomende en vertrekkende geel/groene draden verbind je weer met een rapidklem of lasklem.
  6. Nu kan je beginnen aan de tweede schakelaar. Verbind, wanneer aanwezig, de toekomende blauwe draden en de vertrekkende blauwe draden naar de lamp met elkaar door middel van een rapidklem of lasklem.
  7. De twee binnenkomende zwarte draden vanaf de eerste schakelaar sluit je aan op 1 en 1’. Zorg dat de draden bij beide op dezelfde aansluiting zitten. Dus van 1 naar 1 en van 1′ naar 1′.
  8. Sluit daarna de zwarte draad (schakeldraad), die naar de lamp gaat, aan op L van de tweede schakelaar.
  9. De eventuele binnenkomende en naar de lamp vertrekkende geel/groene draden verbind je opnieuw met een rapidklem of lasklem.

L = FASE (alle kleuren behalve blauw of groen/geel)
N= Nulgeleider (blauw)
AARDING (groen/geel)

Scroll naar boven